Veelgestelde vragen
Wat is uw vraag?
- deze voorziet in een door bedrijven/werkgevers direct ervaren scholingsbehoefte, waarbij deze scholingsbehoefte landelijk wordt herkend binnen de relevante branche(s) en sector(en). De beschreven scholingsbehoefte is kwalitatief en/of kwantitatief onderbouwd.
- deze een zelfstandige betekenis heeft op de arbeidsmarkt; het betreft een afgerond takenpakket dat voor een bredere inzetbaarheid zorgt, dan wel voor een betere uitvoering van beroepstaken zodat weer voldaan wordt aan de actuele eisen van het beroep.
- de beoogde doelgroep werkenden en/of werkzoekenden nader is gespecificeerd.
De bijlage bevat de beschrijving van de voor het certificaat geselecteerde kwalificatie-eisen. Verder bevat de bijlage een toelichting waarom aan dit beroepsgericht onderdeel van de kwalificatie een certificaat is verbonden. Hierbij wordt ingegaan op:
• de scholingsbehoefte en de landelijke herkenbaarheid ervan;
• de zelfstandige betekenis van het beroepsgerichte onderdeel (met een beschrijving van het afgeronde takenpakket dat zorgt voor bredere inzetbaarheid dan wel betere uitvoering van beroepstaken);
• de doelgroep(en).
- de scholingsbehoefte en de landelijke herkenbaarheid ervan;
- de zelfstandige betekenis van het keuzedeel;
- de doelgroep(en).
De inhoud van een keuzedeel (de keuzedeel-eisen) blijft ongewijzigd.
De omvang van de keuzedeelverplichting is afgeleid van het soort opleiding:
• Entreeopleiding op niveau 1: 240 sbu
• Basisberoepsopleiding op niveau 2: 480 sbu
• Vakopleiding op niveau 3: 720 sbu
• Middenkaderopleiding op niveau 4: 720 sbu
• Middenkaderopleiding (4-jarig) op niveau 4: 960 sbu (per schooljaar 2022/2023, 720 sbu)
• Specialistenopleiding op niveau 4: 240 sbu
Kanttekening: de omvang van de keuzedeelverplichting kan 240 sbu lager zijn indien de onderwijsinstelling gebruik maakt van de mogelijkheid om een deel van de keuzedeelverplichting te gebruiken voor persoonlijke, culturele of levensbeschouwelijke vorming. Deze mogelijkheid geldt niet voor de Entreeopleiding en de Specialistenopleiding omdat er in dat geval helemaal geen keuzedeelverplichting overblijft. Uitvoering van het keuzedeel kan plaatsvinden in de vorm van begeleid onderwijs, bpv en/of zelfstudie.
• Doorstroom: Deze keuzedelen bevatten (vak)inhouden en / of competenties die bevorderen dat de deelnemer kan slagen op een hoger niveau binnen het mbo of in de overstap naar het hbo.
• Verdiepend: Deze keuzedelen zijn direct gerelateerd aan de inhoud van de kwalificatie waaraan het gekoppeld is. De inhoud vormt een verdieping van een onderdeel van de kwalificatie. Een verdiepend keuzedeel kan bijvoorbeeld gebruikt worden om te oriënteren op het hogere aanpalende niveau.
• Verbredend: Deze keuzedelen bevatten inhouden die los staan van de kwalificatie waaraan ze gekoppeld zijn, maar vormen daarop wel een zinvolle aanvulling. Er is per definitie geen sprake van overlap tussen het verbredende keuzedeel en de kwalificatie.
• Generiek: Deze keuzedelen hebben een sectoroverstijgend karakter. Ze zijn doorgaans gekoppeld aan een groot aantal kwalificaties dan wel kunnen daaraan gekoppeld worden omdat ze niet contextspecifiek ingekleurd zijn.
• Remediërend: Dit type geldt voor de Entree-opleiding en de niveau 2-opleidingen. Een remediërend keuzedeel mag inhoud bevatten die al deel uitmaakt van de kwalificatie waaraan het gekoppeld is. Dat is met name mogelijk gemaakt omdat taal en rekenen voor een deel van deze doelgroep een struikelblok vormt.
Een kerntaak beslaat een belangrijk, redelijk autonoom deel van de beroepsuitoefening. Kies een titel die representatief is voor dit deel van het beroep en de daarmee samenhangende vakkennis, vaardigheden en (indien van toepassing) werkprocessen. Formuleer de kerntaaktitel titel kort, bondig en actief.
Complexiteit verwijst naar de aard van het werk, de aard van de vakkennis en vaardigheden en de context waarbinnen handelingen uitgevoerd worden. Beschrijf beknopt:
• De aard van de werkzaamheden: wisselend of gestructureerd, lokaal of ook internationaal.
• De mate van standaardisering van werkzaamheden en de diversiteit ervan.
• De aard van de kennis en vaardigheden: Gaat het om basale kennis, basiskennis, kennis of specialistische kennis? Hoe breed is het domein van de kennis c.q. de vaardigheden waarover de beroepsbeoefenaar dient te beschikken? Maak hierbij gebruik van de NLQF-descriptoren (zie handleiding, het schrijven van een keuzedeel).
• Overige complicerende factoren, zoals mate van afbreukrisico en kenmerkende beroepsdilemma's.
De NLQF-descriptoren laten bijvoorbeeld zien dat het onderscheid tussen niveau 3 en 4 met name zit in de mate van verantwoordelijkheid voor het werk van anderen: een gedeelde verantwoordelijkheid voor het resultaat van routinewerk van anderen (3) tegenover gedeelde verantwoordelijk voor het resultaat van het werk van anderen (4). De 'span of control' is breder bij niveau 4.
Voor de beschrijving van vakkennis en vaardigheden gelden de volgende richtlijnen:
• Beschrijf vakkennis en vaardigheden actief in een volledige zin met werkwoord, onderwerp en context.
• Doe dat met behulp van de beschrijvingswijze van het NLQF. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de diepgang en de inhoud van de kennis of vaardigheid.
• Geef aan wat het niveau van de gevraagde vakkennis en vaardigheden is door middel van de NLQF-descriptoren. Beschrijf vakkennis en vaardigheden op het goede abstractieniveau, zodat deze niet binnen 5 jaar verouderd en achterhaald zijn
• Formuleer vakkennis en vaardigheden zodanig concreet dat ze voldoende houvast bieden voor gebruikers voor de inhoudelijke inrichting van het onderwijs, de examens en de beroepspraktijkvorming;
• Bewaak het onderscheid tussen vakkennis en vaardigheden:
o bij vakkennis gaat het om reproductie van of inzicht in theorieën, principes, concepten;
o bij vaardigheid gaat het om het kunnen toepassen daarvan in een bepaalde beroepscontext.
• Bewaak het onderscheid én de samenhang tussen handelingen in de werkprocessen en vakkennis en vaardigheden.
Een werkproces beschrijft een afgebakend aantal handelingen die gaan over één thema/onderwerp en overlappen niet met handelingen in andere werkprocessen. Kies een werkprocestitel die representatief is voor deze onderliggende handelingen. Formuleer de kerntaaktitel titel kort, bondig en actief.
Een omschrijving van een werkproces:
• beschrijft handelingen die passen bij de gekozen titel;
• vormt een afgebakend geheel, d.w.z. de handelingen in een werkproces gaan over één thema/onderwerp en overlappen niet met handelingen in een ander werkproces;
• bestaat uit meerdere samenhangende handelingen (nooit één handeling);
• is specifiek en contextrijk geformuleerd zodat er sprake is van kleuring en herkenbaarheid van de branche (de uitzondering hierop wordt gevormd door werkprocessen die een branche- of sectoroverstijgend karakter hebben zoals dat bijvoorbeeld geldt voor werkprocessen op thema's als management en ondernemerschap);
• is op het goede abstractieniveau geformuleerd en bevat geen 'genest' werkproces, dat wil zeggen: een werkproces mag geen ander werkproces omvatten;
• is beschreven in actieve schrijftaal en is kort en bondig beschreven;
• beschrijft wat een beginnend beroepsbeoefenaar doet en is uitvoerbaar in het onderwijs en in het bedrijf;
• kent een begin en een eind, heeft een waarneembaar resultaat.
Controlevraag: Kan dit werkproces in de praktijk worden uitgevoerd door de beginnend beroepsbeoefenaar? (dus mag het ook tijdens de BPV worden geoefend?)
Een werkproces heeft een resultaat in termen van opbrengst of uitkomst waaraan de beroepsbeoefenaar bijdraagt. Probeer hierbij te komen tot een algemeen resultaat van het werkproces; geef geen opsomming van deelresultaten. Het geformuleerde resultaat moet een logisch gevolg zijn van en aansluiten bij de beschreven handelingen.
Resultaten:
• zijn onderscheidend uitgewerkt;
• zijn zo concreet mogelijk geformuleerd: een omschrijving van een concrete uitkomst of opbrengst en de eigenschappen waaraan die uitkomst moet voldoen;
• zijn consistent beschreven met het niveau van de kwalificatie (beginnend beroepsbeoefenaar/NLQF-descriptoren/complexiteit);
• zijn het resultaat van dat werkproces (van zowel het 'wat': de handelingen als het 'hoe': de wijze van uitvoering van de handelingen);
• zijn op het goede abstractieniveau beschreven;
• zijn te verbinden aan de werkprocessen en bevatten geen elementen die niet voorkomen in dan wel niet logisch voortvloeien uit het werkproces.
Gedragsomschrijvingen bevatten een norm die de gewenste houding van de beroepsbeoefenaar beschrijft passend bij het werkproces (bijvoorbeeld: proactief, initiërend, klantgericht, inlevend, samenwerkingsgericht etc.) en/of de adequate wijze van handelen (bijvoorbeeld: volgens de richtlijnen, planmatig, gestructureerd etc.). Noem bij ieder werkproces alleen het essentiële gedrag voor dat werkproces. Bij gedrag gaat het dus niet om wat hij doet, maar om hoe hij het doet. Doe dat in de vorm van een puntsgewijze opsomming.
Het gedrag beschrijft hoe men kan 'zien' dat een beginnend beroepsbeoefenaar de competentie succesvol inzet om bij te dragen aan het resultaat. Kies de competentie waarvan het gedrag is afgeleid.
Omdat we de groei van het aantal keuzedelen willen bewaken hebben we afspraken gemaakt over de wijze van indienen van keuzedelen. Voor iedere aanvraag is steun nodig van het college van bestuur (c.q. het bevoegd gezag) en van representatieve vertegenwoordigers van het (georganiseerd) bedrijfsleven. Dat is van belang met het oog op het draagvlak bij onderwijs en regionale bedrijfsleven, maar ook voor de uitvoerbaarheid en betaalbaarheid van het beoogde keuzedeel en de onderwijs- en examenmiddelen die ontwikkeld moeten worden. Met behulp van de online tool worden indieners vervolgens stap voor stap geholpen.
Meer informatie over de inzet van keuzedelen voor remediering kunt u vinden in de publicatie Keuzedelen voor remediëring? Even spieken… dat te vinden is bij het Kennispunt MBO Onderwijs Examinering.
Meer informatie hierover is te vinden in een spiekbriefje dat door de MBO Raad ontwikkeld is.
• het gemiddelde examenresultaat voor keuzedelen is ten minste een ‘voldoende’ of een 6 (zes)
• voor minimaal de helft van de keuzedelen is ten minste een ‘voldoende’ of een 6 (zes) gehaald
• het resultaat van een keuzedeel is minimaal een 4 (vier) of een gelijkwaardige eindwaardering
• de omvang van een keuzedeel weegt niet mee in de weging van het gemiddelde
Een nadere toelichting hierop kunt u lezen in de brochure Keuzedelen: doorstroom en vrijstelling, Even spieken…. van Kennispunt MBO Onderwijs & Examinering. Ook uitgebracht door het Kennispunt is een handreiking examinering van keuzedelen.
• Kan niet ontwikkeld worden voor niveau 1
• Is voldoende onderscheidend van bestaande opleidingen
• De cross-over is opgebouwd uit delen van bestaande kwalificaties uit twee of meer opleidingsdomeinen
• Een school mag maximaal tien cross-overs aanbieden
• De Inspectie heeft geen tekortkomingen geconstateerd bij een bij de aanvraag betrokken domein
• De opleiding doet niet mee aan de experimenten 'doorlopende leerlijnen vmbo-mbo' of 'gecombineerde leerwegen bol-bbl'
• voorlichten en ondersteunen van aanvragers
• toetsen van de aanvragen en de uitgewerkte cross-overs
• ondersteuning bij de ontwikkeling van de cross-over
• registreren en publiceren van de goedgekeurde cross-overs op s-bb.nl
• erkennen van leerbedrijven voor de cross-overs
Bekijk het filmpje van RTV Oost op YouTube
• de aansluiting tussen het onderwijs en de regionale arbeidsmarkt wordt verbeterd
• het eigenaarschap van docenten en werkgevers wordt vergroot
• de kwaliteit en innovatiekracht van het onderwijs wordt versterkt
• 26103 Content creator
• 26100 Eerste monteur duurzame installatie
• 26102 Maatschappelijk verzorgende-IG plus
• 26101 Maatschappelijk zorgprofessional plus
Alleen in uitzonderingssituaties kan er sprake zijn van vaststelling in maart (zie ook vraag 14). De kwalificatie treedt dan in werking op 1 januari van het jaar daarop. De oude kwalificatie vervalt in dat geval (ook) per 1 augustus.
Voor SBB betekent dit dat een nieuwe of te actualiseren kwalificatie in de zomer gereed moet zijn. Alle kwalificaties worden in september gevalideerd door de sectorkamer en gelegitimeerd door het bestuur SBB om in oktober te kunnen worden vastgesteld door de minister van OCW en in augustus van het daaropvolgende jaar in werking te treden.
Nadrukkelijk moet worden gezegd dat het inschrijven op een concept kwalificatie, mbo-certificaat en/of keuzedeel pas mogelijk is nadat het formeel vastgesteld is. U herkent een vastgesteld(e) kwalificatie en keuzedeel doordat er een datum “Geldig vanaf” gepubliceerd wordt.
Wie de langere termijngeschiedenis van een dossier of kwalificatie wil weten, kan terecht bij de converter erkende opleidingscode. Daarin vindt u de equivalenten van een dossier door de code in te toetsen.
Wie een totaaloverzicht wil hebben van de voorgaande versies van keuzedelen kan de conversietabel keuzedelen raadplegen. Deze tabel is te vinden in de ‘downloads’ bij het register onder ‘overige informatie’.
a) Periode “geldig vanaf – inschrijven tot”: In deze periode mag op deze kwalificatie een student ingeschreven én gediplomeerd worden.
b) Periode “inschrijven tot – diplomeren tot”: In deze periode mag op deze kwalificatie een student niet meer ingeschreven worden, maar nog wel gediplomeerd.
c) Periode na “diplomeren tot”: In deze periode mag op deze kwalificatie een student niet meer ingeschreven en ook niet meer gediplomeerd worden. De kwalificatie is alleen nog aanwezig voor rapportage op historische gegevens.
Als er geen datum “Inschrijven tot” en “Diplomeren tot” vastgesteld is, staat het dossier voor zowel inschrijven als diplomeren open vanaf de “Geldig vanaf” datum.
Een redelijke termijn om een keuzedeel vervallen te laten verklaren is 6 maanden na vaststelling van een nieuwe/gewijzigde versie. Hetzelfde geldt voor de koppeling. Voor vermelding van het inmiddels vervallen verklaarde keuzedeel op het diploma, betekent dit dat de in de wet genoemde termijn geldt: t + studieduur van de opleiding + 2 jaar.
Dat betekent:
a) Periode “geldig vanaf – geldig tot”: In deze periode mag een student dit keuzedeel kiezen en examen daarin afleggen.
b) Periode “geldig tot – einde opleiding student”: In deze periode mag dit keuzedeel niet gekozen worden door een student maar het mag nog wel geëxamineerd worden.
c) Periode na “geldig tot”: In deze periode mag dit keuzedeel niet meer gekozen worden door een student. Het keuzedeel is alleen nog aanwezig voor rapportage op historische gegevens.
Bij een keuzedeel wordt geen datum geregistreerd waarop niet meer geëxamineerd mag worden. Dit is namelijk afhankelijk van de opleidingsperiode van de student.
Ook de digitale nieuwsbrief ‘Berichten over de kwalificatiestructuur’ bevat periodieke informatie over te actualiseren en vastgestelde kwalificaties. Abonneren kan via deze link. Deze nieuwsbrief komt in ieder geval uit nadat kwalificaties en/of keuzedelen en certificaten voor vaststelling zijn aangeboden én nadat de vastgestelde onderdelen van de kwalificatiestructuur zijn gepubliceerd in de Staatscourant.
Het ministerie van OCW publiceert de vaststellingsregeling van kwalificatiedossiers en kwalificaties ook in de digitale Nieuwsbrief middelbaar beroepsonderwijs. Abonneren kan via Rijksoverheid.nl.
Wanneer een kwalificatie is geactualiseerd en dus een duidelijke rechtsvoorganger kent, is melding niet vereist.
De eerdere opleidingscode blijft geldig. De mogelijkheid van inschrijving op dat crebo vervalt per 1 augustus van het zelfde kalenderjaar. Wel mag nog enige jaren op de kwalificatie gediplomeerd worden. In het Register kwalificatiestructuur is te zien tot welke datum dat mag. Zittende studenten kunnen hun opleiding afmaken en zij-instromers mogen nog ingeschreven worden op de oude opleidingscode.
Zie ook Veel gestelde vragen bij het Kennispunt Onderwijs & Examinering van de MBO Raad.
Daarom hebben de betrokken partijen bij dit proces (MBO Raad, SBB, DUO en OCW) een servicedocument gemaakt waarin de processtappen uitgewerkt zijn. Daarin wordt uitgelegd wat ieders rol is en welke termijnen gehanteerd worden. Normaal gesproken geldt daarbij oktober als de maand waarin de nieuwe / onderhouden dossiers vastgesteld worden. Maar het servicedocument beschrijft ook de termijnen in geval van tussentijdse vaststelling. Het document is te vinden onder de Downloads in de rubriek Overige informatie / Herziening dossiers in de Portal kwalificatiestructuur.