De certificaathouder heeft na het behalen van het certificaat basiskennis van voorkomende planten en dieren en de bijbehorende kenmerken. Dit is opgenomen in de verantwoordingsinformatie, behorend bij het kwalificatiedossier Groene Ruimte bij 'bijzondere vereisten' (paragraaf 6).
Na afronding van het scholingstraject is de certificaathouder in staat werkzaamheden uit te voeren ten behoeve van aanleg/inrichting en onderhoud/beheer van de groene ruimte. De certificaathouder is hiermee direct inzetbaar in de groensector.
Dit scholingstraject gaat over de voorbereidende, uitvoerende en afrondende werkzaamheden rondom onderhoud/beheer van de groene ruimte (flora, fauna, bodem en water). Het betreft werkzaamheden in bebouwde/verstedelijkte omgeving waar groen is en waarbij de certificaathouder in aanraking komt met derden (bewoners, gasten, klanten en/of publiek). Hierbij wordt geleerd om gereedschappen en machines te gebruiken en over het werk te communiceren met het team en derden.
Na afronding van het scholingstraject is de certificaathouder in staat werkzaamheden uit te voeren ten behoeve van aanleg/inrichting en onderhoud/beheer van de groene ruimte. De certificaathouder is hiermee direct inzetbaar in de groensector.