Portal kwalificatiestructuur

BSO 4 tot 8 jaar

  • K0793
  • 240
  • 19-07-2017

Onderbouwing mbo-certificaat

Als gevolg van een tekort aan pedagogische medewerkers hebben werkgevers in de kinderopvang, waaronder de buitenschoolse opvang (BSO), te maken met lange wachtlijsten, groepssluitingen en hoge werkdruk onder medewerkers. Sinds een wetswijziging van 1 april 2024 mag de BSO mensen met een specifiek talent, zoals musici, sporters of andere talenten, maar zonder pedagogische achtergrond, inzetten. Deze mensen moeten echter wel een pedagogische module voltooien voor ze binnen de BSO mogen werken. Dit resulteert in een scholingsbehoefte op pedagogisch handelen in opvoeding en verzorging en op vormgeven en uitvoeren van een inspirerend, relevant en passend aanbod voor kinderen van 4 tot 8 jaar in de BSO. Deze scholingsbehoefte wordt onderschreven door de branche die het keuzedeel erkent. Het blijkt tevens uit het feit dat CAO-partijen momenteel werken aan specifieke criteria voor een pedagogische module voor de doelgroep ‘anders gekwalificeerden’. Dit gaat echter nog een tijd duren. Tot die tijd kan door keuzedeel ‘BSO 4 – 8 jaar’ in te zetten voor (bij)scholing van werkenden/werkzoekenden met een specifiek talent aan deze scholingsbehoefte worden voldaan.

Relevantie

Steeds meer scholen hanteren (continu)roosters, waardoor er een groter aantal uren is waarop kinderen naar de BSO gaan. Hiermee neemt de vraag toe naar beginnend beroepsbeoefenaars die jonge kinderen een aantrekkelijk buitenschools aanbod kunnen doen. Via dit verdiepende keuzedeel doet de beginnend beroepsbeoefenaar kennis en vaardigheden op, gebaseerd op nieuwe neurologische inzichten, waarmee zij een inspirerend, relevant en passend aanbod kan vormgeven voor kinderen van 4 tot 8 jaar in de BSO.

Beschrijving

Via het verdiepende keuzedeel BSO 4 tot 8 jaar verkrijgt de beginnend beroepsbeoefenaar specifieke vakkennis en vaardigheden ten behoeve van de brede ontwikkeling en het welbevinden van jonge kinderen binnen de BSO. Daarbij stemt zij af met de bij het kind betrokken partijen, zoals het basisonderwijs. De beginnend beroepsbeoefenaar moet de ontwikkelingslijn van het kind volgen, er met afstand naar kunnen kijken en bepalen welke aanpak erbij nodig is. Bij de ontwikkeling van de kinderen zijn welbevinden en betrokkenheid belangrijke voorwaarden. Speciale aandacht is er binnen het keuzedeel voor het observeren van kinderen, het aansluiten bij de belevingswereld en introduceren in de wereld en het zorgen dat verwonderen, verkennen en experimenteren worden gestimuleerd.

Kerntaken en werkprocessen