Beheersen voedselproductie

Onderbouwing mbo-certificaat

Zelfstandige betekenis

De voedingsindustrie vraagt om medewerkers die zelfstandig kunnen werken in het voedselproductieproces, aan de procesmatige kant van de productie. In het kader van de kwaliteit van de levensmiddelen moet gewerkt worden binnen strikte beheersplannen. De certificaathouder leert zelfstandig beslissingen te nemen als hij bij afwijkingen dient in te grijpen in het proces. In dit scholingstraject komen de volgende taken aan de orde: - Produceren van levensmiddelen - Beheersen van apparatuur - Controleren van product & beoordelen ahv specificaties, op verschillende momenten - Constateren en duiden van afwijkingen. De kwaliteit van het eindproduct moet overeenstemmen met de afspraken die zijn gemaakt met de klant. De variatie in grondstof is groot en veelal seizoensgebonden. - Escaleren zodra over de kritische norm wordt gegaan (strikte beheersplannen) - Zo nodig bijstellen van procesvariabelen

Beschrijving

Het certificaat is er op gericht certificaathouders vakinhoudelijk te laten meedraaien op het niveau van de vakbekwaam medewerker voeding en technologie, op het gebied van voedselproductie. Het gaat in dit scholingstraject om het produceren, samenstellen en/of verpakken van voedingsmiddelen voor mens en dier. Dit omvat het totale proces van grondstof naar eindproduct, dat moet voldoen aan specificaties, en binnen de gestelde productienormen, waarbij de certificaathouder alert dient te zijn op onnodige verliezen en duurzaamheid. In de voedingsmiddelenindustrie is sprake van een keten tussen primair product en uiteindelijk te consumeren product. Aan het eind van die keten verlangt de klant een kwalitatief goed product van constante kwaliteit, terwijl de primaire producten aan het begin van de keten een normale natuurlijke variatie kennen. De certificaathouder is zelfstandig in staat om voedingsmiddelen te produceren die voldoen aan de vooropgestelde eisen aan kwaliteit en voedselveiligheid.

Doelgroep

De voedingsindustrie vraagt om medewerkers die zelfstandig kunnen werken in het voedselproductieproces, aan de procesmatige kant van de productie. In het kader van de kwaliteit van de levensmiddelen moet gewerkt worden binnen strikte beheersplannen. De certificaathouder leert zelfstandig beslissingen te nemen als hij bij afwijkingen dient in te grijpen in het proces. In dit scholingstraject komen de volgende taken aan de orde: - Produceren van levensmiddelen - Beheersen van apparatuur - Controleren van product & beoordelen ahv specificaties, op verschillende momenten - Constateren en duiden van afwijkingen. De kwaliteit van het eindproduct moet overeenstemmen met de afspraken die zijn gemaakt met de klant. De variatie in grondstof is groot en veelal seizoensgebonden. - Escaleren zodra over de kritische norm wordt gegaan (strikte beheersplannen) - Zo nodig bijstellen van procesvariabelen